dinsdag 15 oktober 2013

Buchenwald

Vorig jaar, deze week was ik op werkweek met de Waerdenborch. Ik was naar Berlijn en Dresden, ook zijn we langs Buchenwald gekomen. Een concentratiekamp van de 2e wereldoorlog. Er stond niet heel veel meer, maar Buchenwald heeft zeker een grote geschiedenis. Hier heb ik ook een aantal gedichten over geschreven. Hier een daarvan:

Buchenwald

Zoveel kou,
als een deken.
Het was wat haar warm hield.
Alleen liep ze.
Maar ze was mooi.
Dat fluisterde ik.
Want het mocht niet te hard.
Niemand mocht het horen.
Ook zij niet.
Ze moest in die waan blijven.

Alleen liep ze.      
De berg op.
De donkere nacht kwam met snelheid.
Nog ver,
heel ver moest ze lopen.
Mensen wisten wie ze was.
Maar haar naam was niet bekend.
Want die had ze niet.
Waarom niet, fluister ik?

Was ik de enige die niets wist?
Verder liep ze,
verder omhoog.
Na een lange dag.
Een dag die voor haar voelde als niets.
Terwijl ze kapot was.
Geen gevoel.
Terug naar ‘mein Kampf’, fluistert ze.

maandag 7 oktober 2013

vroeger

vroeger


toen ik vroeger klein was, 
leek de wereld nog zo mooi.
maar dingen die veranderen,
het is nu een grote zooi.
want pap en mam zeiden vroeger altijd, 
maak je toch geen zorgen..
vanavond ga je lekker slapen,
en kijk uit naar morgen!
ik leerde keuzes met m'n hart te maken, 
op die manier zou je nooit iemands gevoelens op de verkeerde manier raken. 
en alles liep altijd goed af.
alles kon, 
nee niks was te maf.

verlangen naar 'werkelijke' vrijheid

Verlangen naar ‘werkelijke’ vrijheid

Waarom moet het moeilijk lijken?
En waarom zijn er grenzen nodig?
Ik zal het nooit kunnen bereiken,
want een ander vind het overbodig.

Het voelt alsof ik niet belangrijk ben,
mijn doelen stellen niks voor.
Alsof ze willen dat ik mijn gedachten ontken,
dan pas mag ik door.

Maar het is niet anders,
het is niet extreem.
Ik wil het alleen beter hebben.
Ik doorbreek het systeem.

En dan worden mensen bang,
ze denken dat ik gek word.
Maar ze weten niet dat ik alleen maar stil verlang.
En gewoon wacht tot hun systeem instort.



mijn studiekeuze

Mijn studiekeuze


Waarom spelen al die angsten soms zo zo’n grote rol?
Waarom vullen ze m’n gedachten,
en zit m’n hoofd weer stampvol?
Want m’n keuzes vervaagden,
waarom weet ik niet.
Maar het duurde maar een aantal dagen,
totdat ik m’n doelen en dromen verliet.
Want risico’s waren dichtbij.
En mijn zekerheid wil ik niet riskeren.
Maar toch ben ik liever vrij,
en ik weet dat ik dingen moet proberen.

karakter en tijd vervaagd


Karakter en tijd vervaagd

Hoe raar is het om bang te zijn,
voor iets waarvan je weet dat het gaat komen.
En dat het je ook nooit meer met rust laat,
hoelang je ook blijft dromen.
Want de klok tikt door,
en ik kan er niet tegen in gaan,
of ik nou tegen ben of voor,
Ik zal moeten doorgaan.

Maar ik wil niet ouder worden,
ik kan het gewoon niet.
Want verantwoordelijkheden komen.
Maar ik ben zo’n meisje die dat nog lang niet inziet.
Want ik  leef nog teveel,
en geniet van mijn vrijheid.
Mijn dromen en fantasieën wil ik nog niet kwijt.


Dus laat de toekomst op me wachten,
en geef me tijd teveel.
Ik zal leven zoals ik kan,
en zorg dat ik mijn geluk met mensen deel.


ik leef mijn leven

Ik leef mijn leven


Hoe kan ik het uitleggen?
Hoe kan ik het zeggen?
Hoe kan ik jou overtuigen dat ik gelukkig ben?
Want ik leef m’n leven,
niet zoals het hoort.
Ik zit niet vast in een hokje.
Nee, mijn leven gaat voort.
Ik teken niet tussen de lijntjes.
Ik heb hoogtepunten ver daar buiten.
Want mijn leven staat niet opgesomd in rijtjes.
Ik zal mijn gedachten uiten.
Ik geniet van het leven.
Ik doe wat ik wil
En ook al duurt het nog maar even,
ik sta nergens meer bij stil.
Want ik wil kunnen zeggen,
dat wanneer ik morgen dood ga,
dat ik achter al mijn fouten sta.
Dat ik geleefd heb zonder grenzen.
Dat ik me niet beter kon wensen.

Dali's afscheid

Dali’s afscheid

Ik wil niet doorgaan.
Ik kan niet leven.
Zoekend naar de dood.
Ik kan niet eten.
Een lange slaap,
zal mij alles doen vergeten.

Ik ben altijd,
weg gaan zal ik niet.
Waar is Gala?
Ik voel haar niet.
Maar ze is niet dood,
ze zal nooit sterven.
Want zij is anders,
ze zal de wereld erven.

Want ik maak de wereld,
ik maak haar.
Maar als zij zal gaan,
zal ik niet alleen staan.

Ik weet dat ik eeuwig zal leven,
Maar er is geen doel.
Ik zal alles opgeven,
totdat ik Gala voel. 

27 augustus 1961

27 augustus 1961
Oost-Berlijn

Vrijheid is belangrijk,
niemand kan zonder.
Dat we nog overleven,
is voor mij dan ook een wonder.
Vlak voor ons huis,
als ik uit het raam kijk,
zie ik een verwoeste wijk.
Een plek vol armoede, pijn en gemist.
Waar tegen over ons,
De verschrikkelijke muur is.

De muur die ervoor zorgt dat ik mijn broer kwijt ben,
en hij zijn dromen
Hij had moeten weten dat hij nooit in het westen zou kunnen komen.
Conrad was zijn voorbeeld,
een dappere soldaat.
Maar mijn broer was niet zo sterk als hij.
En nu is voor hem alles voorbij.

Waar nu de 160 meter lange muur staat,
heeft mijn broer een poging gedaan,
en een stap naar de vrijheid gemaakt.




Conrad, 19 jaar toen hij op 16 augustus 1961, terwijl de Berlijnse muur gebouwd werd, naar het westen vluchtte.


18 juni 2012

18 juni 2012
Potsdammerplatz

Met mijn gedachten verdwaald loop ik door de drukke straten van het bruisende Berlijn.
Stap voor stap langs de muur,
ik voel nog steeds de pijn.
het blijft een gevoelig onderwerp,
want in die tijd was ik eigenwijs.
Overal dook ik onder,
en ik gaf mijn identiteit niet prijs.

Met een paar vrienden probeerden we teksten te verspreiden.
Deze moesten ons verzet gaan leiden.
Steeds meer mensen sloten zich bij ons aan.
We hadden niet door dat het op deze manier ook mis kon gaan.
Maar na een paar weken had ik mannen van de DDR voor mijn deur staan.

De deur werd opengebroken.
Ik werd met messen in mijn armen gestoken.
ik had me die middag ook nooit moeten verzetten.
We hadden van te voren beter moeten opletten.
Ik werd in een busje van een visfabriek meegenomen.
Hierna gingen ze ons voor de eerste ondervraging klaarstomen.
Mijn haar moest eraf,
en mijn kleren uit.
Er kwamen vreemde mannen,
ze schreeuwden luid.

Deze tijd heeft zoveel invloed op mijn leven gehad.
Ik was het hierna helemaal zat.
Mensen om me heen hebben me zoveel liefde gegeven.
dat ik samen met een vriend die ook uit de Statsi gevangenis is gekomen,
Het toch heb kunnen overleven.

De rest van mijn vrienden is hier vermoord.
Ze werden gek,
Omdat ze veel werden uitgehoord.
Hun cel zat vol met water,
waar ze uiteindelijk verdronken.
Of ze gingen door van vermoeidheid.
Tegenover hen allemaal heb ik nog steeds verschrikkelijk veel spijt.


18 juni 2012

18 juni 2012
Potsdammerplatz

Met mijn gedachten verdwaald loop ik door de drukke straten van het bruisende Berlijn.
Stap voor stap langs de muur,
ik voel nog steeds de pijn.
het blijft een gevoelig onderwerp,
want in die tijd was ik eigenwijs.
Overal dook ik onder,
en ik gaf mijn identiteit niet prijs.
Met een paar vrienden probeerden we teksten te verspreiden.
Deze moesten ons verzet gaan leiden.
Steeds meer mensen sloten zich bij ons aan.
We hadden niet door dat het op deze manier ook mis kon gaan.
Maar na een paar weken had ik mannen van de DDR voor mijn deur staan.
De deur werd opengebroken.
Ik werd met messen in mijn armen gestoken.
ik had me die middag ook nooit moeten verzetten.
We hadden van te voren beter moeten opletten.
Ik werd in een busje van een visfabriek meegenomen.
Hierna gingen ze ons voor de eerste ondervraging klaarstomen.
Mijn haar moest eraf,
en mijn kleren uit.
Er kwamen vreemde mannen,
ze schreeuwden luid.
Deze tijd heeft zoveel invloed op mijn leven gehad.
Ik was het hierna helemaal zat.
Mensen om me heen hebben me zoveel liefde gegeven.
dat ik samen met een vriend die ook uit de Statsi gevangenis is gekomen,
Het toch heb kunnen overleven.
De rest van mijn vrienden is hier vermoord.
Ze werden gek,
Omdat ze veel werden uitgehoord.
Hun cel zat vol met water,
waar ze uiteindelijk verdronken.
Of ze gingen door van vermoeidheid.
Tegenover hen allemaal heb ik nog steeds verschrikkelijk veel spijt.


14 december 1979

14 december 1979
Stasi gevangenis –Oost-Berlijn

Voor me uit starend op een donkere plek.
Het wordt al maar moeilijker en in mijn hoofd word ik gek.
Vrienden heb ik hier niet,
daar heb je niets aan.
Want mensen zullen komen,
maar vroeg of laat ook weer gaan.
In deze gevangenis zal je altijd alleen staan.

Niemand zal ik hier laten zien waar ik werkelijk voor vecht.
Want je moet precies doen wat een bewaker zegt.
En als ik ooit iets een keer niet doe wat ze mij hier zeggen.
Dan zullen ze het op hun eigen manier uitleggen.
Desnoods een kogel,
ze trekken zich er niet veel van aan.
Want voor hun grote leider,
zullen ze altijd klaarstaan.

En hier zit ik dan in mijn cel opgesloten.
Van alle kanten voel ik schoppen en stoten.
Met negen andere meiden op een paar vierkante meter.
Langzamerhand word het heter en heter.
De andere meiden ken ik veder niet.
maar we weten van elkaar hoe we ons voelen.
Want iedereen denkt het zelfde,
en laat zich door emotie overspoelen.

Allemaal zijn we bang voor dat felle licht.
Want wanneer de deur open gaat is de dood in zicht.
Je weet niet wat er met je kan gaan gebeuren.
Je kan alleen maar hopen dat ze je nog goedkeuren.
Van angst lopen er tranen over mijn wangen.
Want ik zit anoniem onder de grond in een cel gevangen.


Ik weet niet hoelang ik hier nog kan blijven zonder mijn eigen mening te verliezen.
Want als ik wil overleven,
zal ik voor de DDR moeten kiezen.
Maar dat is voor mij iets waar ik nooit in mee zal gaan.
Daarom weet ik dat ze me zullen verhoren totdat ik tussen dood en leven in zal staan.

11 november 1989

11 november 1989
Brandenburger Tor

Vreugde, maar toch verlies
Eindelijk heb ik mijn vrijheid terug,
en kan ik doorgaan met mijn leven.
Eindelijk kan ik alles voortzetten,
en naar mijn doelen streven.

Verschrikkelijk, al die jaren die we hebben geleden.
Maar alles is nu anders,
het is waarvoor we hebben gestreden.
Want we zijn nu voor altijd vrij.
en het zal voor altijd zo blijven.
Maar dat maakt niet iedereen blij.

Iedereen heeft mensen verloren.
Ik mijn beste vriend.
Nog steeds kan ik er boos om worden.
Waar had hij dit aan verdiend?
Een kogel heeft zijn hart doorboord.
Hij is voor mijn ogen vermoord.
En dat terwijl hij niets had misdaan.
De soldaten wilden mensen bang maken,
en lieten dus zomaar een kogel gaan.

Mijn verdriet om hem was onmenselijk.
Ik wist me zonder hem eerst geen raad.
Maar zijn woorden zijn me altijd bijgebleven.
Vergeet nooit waar je in gelooft en waar je voor staat.


Ik weet nu dat hij trots op me is.
Want ik heb net als hem voor vrijheid gestreden.
Altijd had hij al moeite met de DDR.
Hier heeft hij heel erg onder geleden.
Vrijheid is wat hij wilde.
Maar hij wist dat hij zijn tijd verspilde.
Maar vrijheid heeft hij echter nooit meer meegemaakt.
Want die ene kogel heeft hem recht in zijn hart geraakt.

7 januari 1988

7 januari 1988
West-Berlijn

Weer een ochtend is van herhaling is aangebroken.
Uren van gemis en verdriet.
Wat mij het meeste pijn doet,
is dat jij het niet ziet.
Ik wil je laten zien dat ik om je geef.
Ik wil je laten zien dat ik voor je leef.
Maar dat is onmogelijk met Het IJzeren Gordijn.
En niemand heeft het door,
en dat doet me zoveel pijn.

Misschien maar een paar meter van elkaar verwijderd.
maar ondertussen beide ons eigen pad gegaan.
Maar elke avond hoop ik een blik van je op te vangen.
Als ik weer eens met moeite op het hoogste paaltje ben gaan staan.

Het is hier beter,
dat weet ik wel.
Maar het is moeilijk zonder jou,
En de tijd gaat niet snel.
Want de laatste keer dat je blik de mijne mocht kruisen.
Hoorde ik de wind door mijn haar ruisen.
Ik keek je aan,
Maar het voelde kil.
We konden niet praten,
dus het bleef stil.


Die dag konden we alleen maar staren,
denkend aan de dagen dat we nog bij elkaar waren.
Je zou op me wachten.
Dat heb je beloofd.
En toen heb ik je ook door en door geloofd.
Maar nu heb ik twijfels.
Wie zegt dat het nog kan?
Want ik weet niet of je er nog wel bent.
En of jij mij nog wel herkent.

4 september 1971

4 september 1971
Oost-Berlijn

Drie jaar lang heeft zij erover gedaan,
om haar plannen voor te bereiden en met ons mee te gaan.
Tussen twee surfplanken op het dak zat ze goed verstopt.
Haar tassen waren in onze oude stereo verstopt.
amper achttien jaar oud,
maar in het oosten wilde ze niet meer wonen.
Al die tijd heeft ze over het westen lopen dromen.
En ook al zette ze misschien haar leven op het spel,
toch zei ze haar ouders en kleine zusje vaarwel.


Toen de dag was aangebroken maakten we haar goed vast.
De planken waren zo ver mogelijk uitgehold,
daardoor had ze nergens last.
vol moed, maar heel zenuwachtig reden we richting de drukke straat.
Alle soldaten stonden hier voor controles al de hele dag paraat.
Tot checkpoint Charlie was het nog een paar minuten rijden.
Daar was het doel haar van de onderdrukking te bevrijden.
Maar die paar minuten duurden voor mij een eeuw.


En opeens.. vanaf het dak paniekerig geschreeuw.
Om onze auto heen stonden soldaten met hun wapen klaar.
Vanaf dat moment zag ik van deze actie pas het gevaar.
Een van de soldaten had recht door de surfplank geschoten.
Er klonk verschrikkelijk gehuil,
waar ze blijkbaar erg van genoten.

Het meisje,
dat een nichtje van ons is.
Werd door soldaten meegenomen.
En is nooit meer teruggekomen.
Mijn man daar in tegen is gelijk vermoord.
Ik ben na het kwijtraken van deze twee personen alleen nog maar verhoord.
Het is voor mij moeilijk om erover te schrijven.
Maar mijn man wilde mijn nichtje helpen,
en zij wilde liever weg, dan in het oosten blijven.